Gitaar stemmingen
Voor de één een nieuw en spannend avontuur, voor de ander een noodzakelijk doolhof dat het repertoire nu eenmaal vereist: de alternatieve stemming. Het is al zo oud als dat zessnarige mormel, maar pas sinds de uitvinding van de 'slide' loopt het aantal varianten op E A D G B E (Een Aap Die Geen Bananen Eet...) uit de hand. Gitaristen blijken om uiteenlopende redenen andere stemmingen te gebruiken. Over Hawaii, Bach, Fripp en Hoopii.
De wondere wereld van de alternatieve gitaarstemming
De volstrekt geïsoleerde cultuur van de eilandengroep Hawaii werd aan het begin van de vorige eeuw voor het eerst geconfronteerd met Westerse muziek. Men fluistert dat het de missionarissen waren die de gitaar in 1809 meenamen. Maar waarschijnlijk zijn het Mexicaanse Vaqueros geweest die de gitaar bij de eilandbewoners introduceerden. Rond 1830 vertrokken deze cowboys naar Hawaii om vee te drijven op de pas gestichte boerderijen, en zoals zo vele Amerikaanse cowhands' veraangenaamden zij het leven met gitaarspelen. De legende wil dat een Hawaiiaan met de naam Joseph Kekuku op een schone dag in 1885 per ongeluk zijn kam op de snaren van een gitaar liet vallen, heftig ontroerd raakte van het geluid en zo de 'steel-' gitaar uitvond. 'Steel' refereert overigens aan het materiaal van de 'slide' die in die tijd werd gebruikt.
Het glijden met een rechte staaf over de snaren beperkt de bespeler omdat, meer dan bij de gewone speelwijze, van de noten in een positie geprofiteerd moet worden. Het logische gevolg was dan ook dat voor het slidespel de snaren al rap in een akkoord werden gestemd. De 'steelguitar' ontwikkelde zich tot een belangrijk onderdeel van de Hawaiiaanse muziekcultuur. De stemmingen van de diverse akkoorden waren officieel geheim en werden, zoals de traditie dat graag ziet, binnen de familie van generatie op generatie overgeleverd. Maar waarschijnlijk maakten de meeste Hawaiiaanse gitaristen rond de eeuw-wisseling gebruik van de open G- en open A- stemming. De eerste is de bekendste: de lage E en de lage A worden verstemd naar D en G, en de hoge E ook naar een D, zodat je, van laag naar hoog, D G D G B D krijgt, het G akkoord. De A-stemming is daaraan gelijk, maar dan een toon hoger: E A E A Cis E. Hiervoor dien je de D-, G-, en B-snaar een toon hoger te stemmen. Belangrijk is de verhouding tussen de akkoordtonen bij deze stemming. De grondtoon zit op de vijfde snaar en die kun je simpel afwisselen met de kwinttoon van het akkoord die op de zesde snaar zit. De grote terts zit op de tweede snaar. Voor mineurakkoorden dien je bij de barré's op die snaar een positie lager dan de rest te spelen. Met de gewone speelwijze zonder bottleneck (zesde en eerste snaar doen niet mee) is dat prima te doen. Als je slide speelt, krijg je een mineurakkoord door het vakje achter de slide op de tweede snaar in te drukken. Deze methode is al lang bekend, maar Sonny Landreth heeft haar gepropageerd en beheerst haar, zoals we inmiddels weten, perfect.
De naam John Renbourn kom je vaak tegen als het om alternatieve stemmingen gaat. Hij pleegt bij de G-stemming de B wel eens te verstemmen naar een Bes. De gitaar is dan in een G-mineur akkoord gestemd. Majeur-akkoorden zijn op die manier eenvoudiger te spelen. Een variant op de A-stemming, en een favoriet van Bonnie Raitt, is de volgende: E A Cis E A E. Deze geeft veel minder spanning op de snaren omdat je de tweede, derde, en vierde snaar omlaag stemt, in plaats van omhoog. De G-snaar gaat zelfs een kleine terts omlaag naar een E. De tertstoon van het akkoord verhuist van de tweede naar de vierde snaar, en zit dus vrij 'laag' in de ligging. Een andere verhouding heeft de E-stemming, nog zo'n Hawailaanse vinding. Bij deze stemming verhoog je de A naar een B, de D naar een E en de G naar een Gis. Het resultaat is E B E Gis B E, het E-majeur akkoord. De verhouding van de D-stemming is hieraan gelijk: D A D Fis A D. Maar voor deze stemming moet je de lage E-, de G-, en de hoge E snaar aanpassen, naar beneden dus. De verhouding is heel anders dan bij de G-stemming omdat de kwinttoon niet onder, maar boven de laagste grondtoon zit. Bovendien heb je de terts op de derde, 'valse' G-snaar.
Nog zo'n virtuoos met open stemmingen is Michael Hedges, hij speelt in allerlei vreemde stemmingen, oa. DADEAB...
A en G (ook wel Taro Patch genoemd), en E en D zijn verreweg de meest gebruikte slidestemmingen, die dus oorspronkelijk uit Hawaii komen. Het repertoire van slide-koningen als Ry Cooder, Bukka White, Arlen Roth, Robert Johnson, Duane Allmann, Muddy Waters, Johnny Winter, Sonny Landreth en die ene onvolprezen koningin Bonnie Raitt is vrijwel geheel gemaakt met deze alternatieven, naast de gewone stemming natuurlijk. Een groot deel van de composities van Keith Richards (Rolling Stones) is sterk gebaseerd op de G-stemming: D, G, D, G, B, D. Keith speelt zelfs vaak op een 5-snarige gitaar, daar is dan de lage D van af gehaald. Zodoende ligt de grondtoon altijd onder, het gemak dient de mens nietwaar?
De meest beroemde Hawaiiaanse gitarist was Sol Hooppii, die vooral in de jaren twintig en dertig furore maakte, tot hij volgeling werd van een evangelist en zijn National Tricone, voor aardse doeleinden althans, aan de wilgen hing. Hij is degene geweest die heeft gezorgd voor de populariteit van het slide-spel op het vaste land van Noord- en Midden-Amerika. Hij speelde met vele stemmingen waarvan de E-variant een van zijn favoriete was. Bovendien gebruikte hij de 'highbass A'. Bij deze stemming vervalt de lage E snaar. Deze wordt vervangen door een A, en vanaf die toon is een A-majeur akkoord over twee octaven opeen gestapeld: A Cis E A Cis E. Maar Sol's absolute favoriet was de Cis-stemming en die begint zelfs nog een toon hoger: B D E Gis Cis E. Er zijn nog twee populaire stemmingen van Hawaiiaanse bodem:
De C-stemming, C G D G B E, en de Wahine-stemming: D G D Fis B D. Deze noemt men ook wel 'Namakuela', naar de awaliaan Alice Namakuela aan wie de uitvinding van de stemming wordt toegeschreven. De naam is gelanceerd door slide-gitarist en staatgenoot Raymond Kaleoalohapoinaoleohelemanu Kãne, wiens naam sinds de uitvinding van de CD niet meer op de hoes past en daarom maar in 'Raymond Kane' is gewijzigd.
Klassiek
In de wereld van de nylonsnarige gitaar die voor het klassieke repertoire wordt gebruikt is een andere stemming niet gebruikelijk, maar het komt wel voor. De meest toegepaste mutatie is het verstemmen van de zesde snaar, de dikke of lage F, naar een D. De transcripties voor gitaar van de composities van Johann Sebastian Bach zijn van origine meestal voor klavier, cello of luit. Om het de arme gitarist niet al te moeilijk te maken (sommige stukken van Bach zijn voor het originele instrument op het niveau van het toelatingsexamen van het conservatorium terwijl de gitaartranscripties pas in master-classes aan bod komen) kan de lage D uitkomst bieden. Vooral de luitsuites laten zich op die manier makkelijker uitvoeren. De luit heeft ook alles met de andere 'klassieke' variant te maken: de derde snaar (G) die wordt verlaagd naar een Fis zodat de grote terts in het midden, tussen de derde en vierde snaar, komt te zitten. Dit levert dezelfde verhouding tussen de snaren op als die van de zestiende eeuwse luitstemming: A, D, G, B, E, A. Vandaar. De eerste verstemming, lage E naar D: D A D G B E, is ook in de popmuziek bekend onder de naam Drop D, maar dat heeft een heel andere oorsprong.
Drone
De Hawailaanse steel-gitaar was de aanleiding om de stemming van de gitaar te veranderen en dat fenomeen is door andere, Amerikaanse en Engelse, slide-gitaristen uitgebuit. Maar er zijn meer redenen voor een andere stemming dan dat broodje aap. De motivatie in het klassieke kamp is duidelijk. Het nadeel van nylon snaren is echter dat de elasticiteit veel groter is dan bij stalen snaren. Met andere woorden, als je de toonhoogte van een nylonsnaar verlaagt gaat de boel al snel zwabberen. Of de spanning wordt te groot, als je de stemknop de andere kant op draait. Stalen snaren hebben, wat dit betreft, een wat ruimere marge. Alternatieve stemmingen worden daarom met de 'steelstring' vaker toegepast. En ook door gitaristen die nooit een buisje om de vinger schuiven. De reden is in principe dezelfde als die van de klassieke collega's: je krijgt mogelijkheden die met de normale stemming onuitvoerbaar zijn.
Maar er is nog een reden. Veel gitaristen denken in 'vakjes', niet in noten. Men blijkt daardoor geneigd te zijn om met een andere stemming dezelfde 'grepen' die de gitarist bij een normale stemming gewend is te gebruiken toe te passen. En dan kom je al snel op combinaties die niet voor de hand liggen, maar voor de welwillende componist zeer inspirerend blijken te zijn. Dit proces werkt aan twee kanten. Iedere luisteraar die gitaar speelt kent het gevoel 'hoe flikt ie dat in godsnaam'. En iedere gitarist die bij toeval een nieuwe combinatie ontdekt kent het eureka-gevoel 'wat ben ik toch geniaal en waarom heb ik dat niet eerder ingezien'. Het heeft ook veel met de aard van het instrument te maken. Door het veranderen van de spanning op de hals krijg je tooncombinaties die met de oorspronkelijke stemming heel anders klinken. In elk interview met een gitarist die experimenteert met andere stemmingen komt een soortgelijke ervaring naar voren. Iedere nieuwe stemming, ieder 'nieuw' akkoord geeft de gitarist het gevoel dat hij een nieuw instrument leert kennen.
De bekendste 'zwijmel'stemming is de verlaging van de lage E naar een D. Deze in de popmuziek gangbare truc is niet afkomstig uit de klassieke muziek, waar het nodig is om polyfone barokmuziek te spelen, maar uit de slide-cultuur. De lage D maakt het mogelijk om het D akkoord in diverse liggingen op de hals te spelen terwijl de laagste drie snaren 'los' door blijven klinken. Da's niet alleen kaassie voor slidegitaristen. Het doorklinkende D A D smeekt om experimenten met andere akkoorden op de hoogste drie snaren. Je krijgt subiet associaties met Oosterse mystiek en ook met de Schotse doedelzakmuziek, die immers op hetzelfde principe van de door-klinkende toon, de zogenaamde 'drone' gebaseerd is. Voorbeelden te over, maar een van bekendste blijft toch het ietwat oubollige And You and I van dat symfonische rock-succes uit de jaren zeventig: Yes. Laatst hoorde ik rond een kampvuur dezelfde akkoorden weer klinken, gespeeld voor een groep tieners. En dat in 1995!
Het gebruik van de zogenaamde 'open stemming', hetgeen betekent dat de losse snaren van de gitaar in een akkoord staan gestemd, of dat akkoord suggereren, heeft ook nadelen. De Belgische fingerpickingvirtuoos Jacques Stotzem vermijdt het gebruik ervan. 'Voor mij zijn 'open tunings' te diatonisch. Als je probeert om buiten de toonsoort te spelen verlies je alle voordelen van de stemming.' Vooral in Groot-Brittannië en Ierland is in de daar bloeiende folkgitaarcultuur veel geëxperimenteerd met stemmingen die de mogelijkheid bieden te ontsnappen aan de toonsoort die door de losse snaren wordt gesuggereerd.
Een pionier op dit gebied is Davey Graham. Zijn stemming D A D G A D, gemaakt aan het eind van de jaren vijftig, is een uitkomst voor veel 'folkies' omdat ze een karakteristieke melancholische sfeer heeft terwijl je toch met weinig moeite aan de dwangbuis van 'D' kunt ontkomen. Veel werk van Bert Jansch, John Renbourn en andere beroemdheden is gebaseerd op de stemming en het pionierswerk van Graham, terwijl de gitarist zelf vrij onbekend is gebleven. Dit wordt onderschreven door Martin Carthy, de virtuoos die naam heeft gemaakt als gitarist van Steeleye Span. 'Er is geen gitarist in Engeland die niet door Davey Graham beïnvloed is. Helaas, hij wordt niet alleen onderschat, niemand kent hem zelfs meer. De grote doorbraak voor mij was zijn werk en zijn D A D G A D.' Carthy heeft deze stemming aan het begin van de jaren zestig als uitgangspunt genomen voor eigen experimenten. Zo kwam hij op D A D E A E. 'Dit gaf me het voordeel boven Davey's stemming dat je er zonder problemen in D en in A mee kunt spelen. Ik kan alleen niet in D zingen en dus verlaagde ik de spanning, eerst naar Cis en toen naar C.' Wat C G C D G D oplevert.
Een nummer dat Carthy in 1978 schreef, Lovely Joan, noopte hem om de hoge D te verlagen naar een A. 'Toen ging er echt een wereld voor me open, want met deze stemming kon ik in C, G, D en F spelen.' David Grahams D A D G A D bracht Ray Flacke tot de 'Double Drop-D'. Bij deze stemming worden de twee E-snaren verlaagd tot D terwijl de middelste vier 'normaal' zijn gestemd: D A D G B D.
Folkgitarist John Renbourn gebruikt een rits stemmingen die niet strikt 'open' zijn, en laat zich daartoe onder meer inspireren door andere instrumenten. 'Ik probeer vaak om karakteristieke versieringen van de doedelzak, de fluit en de viool te verwerken in mijn gitaarspel.' Een paar van zijn favoriete stemmingen zijn: E A D Fis B E (Die kennen we al van de klassieke gitaar!); E A D E A E; E A E Fis A D; E Gis Cis Fis B E; D A E G B E; D A D G C D; D G D G B E; D G D G C D; C G C G C F en C Bes C F Bes F. Naar verluidt weet hij ze allemaal uit elkaar te houden.
Fripp
Tot nu toe gaat dit verhaal vooral over slidegitaristen en fingerpickers, met een zijdelings uitstapje naar de klassieke muziek. Maar ook in andere stijlen is met gitaar-stemmingen geëxperimenteerd. John McLaughlin bespeelde een twaalfsnarige gitaar met septiemen en secundes. De octaafsnaren van paar drie, vier, vijf en zes draaide hij een secunde, een hele toonsafstand, naar beneden, evenals een van de twee snaren van de zogenaamde 'unisono' paren. 'Very inspiring indeed' was het oordeel van de grootmeester, maar het klonk de meeste gitaristen toch wel ietwat erg zwaar gesubsidieerd in de oren. Wat minder extreem is de kwarten en kwinten-stemming, die Jan Akkerman in zijn 'Eli' periode, het project met Kaz Lux, zo vaak heeft gebruikt. Hierbij worden de vier octaafsnaren van de twaalfsnarige gitaar een kwart lager gestemd, evenals een van de snaren van de unisono paren. Het verschil tussen de octaafparen bedraagt zo een kwint, terwijl de snaren van de eerste twee paren een kwart van elkaar schelen.
We blijven nog even in de experimenteertuin van de jaren zeventig. In het laatste jaar van het decennium scoorde ene Duncan Browne een forse hit met Wild Places. Dit nummer speelde hij, de goede man is helaas overleden, op een twaalfsnarige elektrische gitaar met een opmerkelijke stemming. De eerste drie snaarparen liet hij intact. Het vierde paar werd een halve toon hoger gedraaid, het vijfde paar een hele toon hoger en het zesde paar een kwart lager. Paar zes is zo een octaaf lager dan paar vijf. Van hoog naar laag levert dat de volgende stemming op: E(E) B(B) G(G) Dis(Dis) B(B) en B(B). De drie B-paren zijn een opeenstapeling van twee octaven.
10 CC heeft veel onorthodoxe opnamemethoden gebruikt. Zo is de Gizmo een uitvinding vam Lol Creme en Kevin Godley, gitarist en drummer van de groep. Een omslachtige en veel toegepaste truc van het kwartet om een kamerbreed snaargeluid op de band te krijgen was de volgende. Een twaalfsnarige gitaar werd voorzien van 12 identieke snaren die één en dezelfde toon produceerden, meestal een B. Door een capo op verschillende posities te zetten kon men een passage of akkoord met het tapijtje versterken. Vooral op How Dare You, uit '76 (ja, ik weet het!) hoor je dit prachtige effect vaak terugkeren.
De meest radicale afwijking van de normale gitaarstemming is die van Robert Fripp. Voor zover bekend is dit de eerste keer dat deze stemming wordt gepubliceerd, want Fripp heeft altijd geweigerd zijn vinding aan de pers te melden. Maar een van zijn cursisten bleek wel bereid om het geheim uit de doeken te doen want: 'Ach, het bestaat al zo lang, en er is toch vrijwel niemand meer van die groep die er iets mee kan beginnen. Ze zijn allemaal weer terug naar de kwarten-stemming.' Fripp gaat uit van de kwint als basisinterval. De laagste snaar is een C, een grote terts onder de lage E. Vanaf de C worden vier kwinten op elkaar gestapeld. De gitaar lijkt zo meer op een viool of een altviool. Het argument van Fripp is hetzelfde dat ik in het verhaal over de gitaarstemming van vorige maand naar voren heb gebracht. Je hebt zo per positie veel meer noten tot je beschikking, en het bereik van de gitaar wordt naar beide kanten uitgebreid zonder ingewikkelde kunstgrepen.
De Fripp-stemming is, van laag naar hoog, als volgt: C G D A E G.
De kwintenreeks wordt dus na de tweede snaar gestopt. Eigenlijk moet de
eerste snaar een A zijn, maar dat houdt geen enkele stalen snaar lang vol,
vandaar dit compromis. De 'verklikker' speelt nog wel degelijk met de stemming
van Robert Fripp. Hij gebruikt daarvoor een set D'Addario Half Rounds (013
tot 056) en een Maxima Gold 010. De vijfde snaar van de set (046) wordt
eruit gegooid. De 056 is voor de C, 036 voor de G, 026 voor de D, 017 voor
de A, en de 013 voor de E. Met de Maxima 010 bereik je de hoge G. 'Dat
is de enige snaar die je ongestraft zo hoog kunt stemmen'.
Robert Fripp heeft volgens eigen zeggen deze stemming in de sauna bedacht.
Hij zal toen vast niet zo heftig hebben getranspireerd als de arme leden van
zijn 'League' die op 's mans idee moesten zwoegen.
Eb, D, C# going down, going down...
Met name in de 'nu-metal', 'alternative rock' en 'grunge' is het ingeburgerd om de hele gitaar een halve toon lager te stemmen: Eb, Ab, Db, Gb, Bb, Eb. Iets dat Jimi Hendrix ook al op veel van zijn opnames deed, evenals bluesgigant Stevie Ray Vaughan. Zo kun je een vrij dikke set snaren gebruiken (010, 011, of zelfs 012) zónder dat je gitaar veel zwaarder gaat spelen. De spanning wordt immers lager als je de stemming omlaag brengt. Ook een hele toon lager komt voor: D, G, C, F, A, D, of zelfs anderhalve toon lager: C#, F#, B, E, G#, C#. Als je dan óók nog je 6e snaar een toon lager stemt, kun je met één vinger lekkere zware power chords spelen. Heel wat nummers van nu-metal bands zijn op deze truc gebaseerd!
Klinkt het dan nóg niet 'zwaar' genoeg, dan kun je nog een zevensnarige gitaar kopen, met een lage B-snaar (kwart lager dan de lage E): B E A D G B E.
Steel guitar
Leuk, al die verschillende stemmingen. Maar hoe realiseer je dat in de praktijk? Fender heeft steelgitaren met verscheidene halzen op de markt gebracht. De meest omvangrijke 'tafel' is een Fender Stringmaster met vier halzen en acht snaren per hals. Steve Howe kocht een exemplaar uit '53 en vond in de koffer een stuk papier met daarop de snaarstemming per hals van de vorige eigenaar, slide-virtuoos Leon McAuliff. Hij bleek ze alle vier in een akkoord te stemmen, waaronder A6, E13 en G11.
De eenhalzige pedal-steelgitaar heeft ook de vorm van een tafeltje met poten. Dit instrument is voorzien van pedalen waarmee je snaren van toonhoogte kunt veranderen, zodat één hals in principe voldoende is. Een effect van het gebruik van de pedalen is dat een noot kan blijven liggen terwijl een ander omhoog of omlaag gaat. Hetzelfde bereik je op een gewone gitaar door verscheidene snaren aan te slaan terwijl je er één opdrukt. De Parsons/White B-Bender past het principe van de pedal-steel mechanisch toe op een gitaar. Het ding kan de B-snaar een hele toon verstemmen en je bedient de hendel door de hals van de gitaar naar beneden te drukken. De duurste manier om verscheidene stemmingen te kunnen spelen is de aanschaf van een gitaar per 'tuning'. Slash vertelt dat hij voor dit doel drie antieke Les Pauls, plus een reserve, meesleept. De heren van Status Quo laten het nog breder hangen. Zij hebben maar liefst veertien Telecasters 'backstage' staan. Het tweetal gitaristen gebruikt samen acht verschillende stemmingen. Op Neil Young na, die het podium bezaait met Martins die ieder een fortuin kosten, kunnen folkgitaristen zich geen tientallen oude steelstrings permitteren. Michael Hedges neemt maar één Martin D28 mee, voorzien van eersteklas stemmechanieken. Als het moment aanbreekt dat een andere stemming nodig is, draait hij gewoon razendsnel aan de knoppen. Zo kan het dus ook.
De B-Bender is niet het enige mechanische hulpmiddel om de snaarspanning te veranderen. De firma Hipshot maakt naast het bekende hendeltje dat op een stemmechaniek zit, diverse hendels die je op de body dient te monteren. De eigenlijke 'hipshot' bedien je met het rechter bovenbeen, de 'palmpedal' met de hand. Veel gebruikt, door Sonny Landreth onder anderen, is Hipshot Trilogy. Deze brug, heeft per snaar een hendeltje niet drie standen. De meeste gangbare alternatieve stemmingen kun je er mee realiseren. Jimmy Page is in het bezit van een Les Paul met een B-bender en een exemplaar met een Trilogy. Het Gibson Les Paul Jimmy Page model, onlangs uitgebracht, heeft deze voorzieningen niet.
Zie ook:
- Gitaar stemmen
- Frequenties, stemmingen (ofwel: waarom je gitaar nooit zuiver wordt...
- Gitaar mechanieken
Donatie
Dit is een gratis site, die al sinds 2003 voortdurend wordt uitgebreid en geactualiseerd. Als jij ook wilt dat dat zo blijft, doe dan een donatie aan Popschool Maastricht >>
Bijgewerkt op: 14 November, 2024