Gevoel, techniek, muzikaliteit, talent, noten lezen, theorie, de feiten en fabels...
Over deze en aanverwante onderwerpen wordt graag gepraat als het over muziek en muzikanten gaat. Vooral de "beste stuurlui" weten van wanten! Hier volgt een poging om deze discussie wat meer vaste grond te geven. Laat ik beginnen met een paar begrippen te definiëren, dan weten we waar we het over hebben.
Termen
Muzikaliteit | het talent om muziek te kunnen maken. Het kan hierbij gaan om het uit voeren van al bestaande muziek, of om je eigen muziek. Daarbij ben je dus tevens componist. |
Amusie | Een zeldzame hersenafwijking die kan zijn aangeboren of door een hersenbeschadiging kan ontstaan. Bij deze aandoening is het waarnemen van muziek aangetast en daarmee ook het uitvoeren ervan. Symptomen zijn: onvermogen om een melodie te herkennen, idem met ritme ondanks herhalingen. Muziek wordt door mensen met deze aandoening als ongestructureerde chaos waaargenomen. Mensen met deze aandoening kun je met recht amuzikaal noemen. |
Talent | een aangeboren gave om iets gemakkelijker en beter te kunnen (leren) doen dan gemiddeld. In dit geval muziek. |
Gevoel | een emotie die ontstaat als je naar muziek luistert of als je muziek aan het maken bent. Kan een ontroering zijn, maar ook bijvoorbeeld energie, of zelfs agressie? Kan uit de muziek zélf voortkomen, en/of uit de associatie die je ermee hebt. |
Techniek | door veel oefenen ingestudeerde spierbewegingen en coördinatie, nodig om een instrument te bespelen of te zingen. |
Notenschrift | een redelijk precieze manier om de klank van muziek te noteren, vast te leggen. Een muzikant die noten kan lezen kan deze muziek uitvoeren zonder hem eerst gehoord te hebben. Voor een goede uitvoering is wel kennis van de stijl nodig. Muziekschrift is namelijk niet exact. "Das wichtigste steht nicht in den Noten" is een treffende uitspraak van de componist Gustav Mahler. |
Tabulatuur | een manier om de grepen van muziek te noteren. Minder exact dan notenschrift, maar vaak praktisch voor eenvoudigere muziek. Sinds de renaissance en barok veel gebruikt voor luit en gitaar, ook nu nog. |
Noten lezen | een muziekstuk dat in noten genoteerd is uitvoeren, eventueel zonder het ooit gehoord te hebben. |
Muziektheorie | beschrijving van muzikale fenomenen en hun onderlinge relaties. Leer van akkoorden, toonladders, etc. |
Analyse | door goede muziek te analyseren kun je veel leren als je zelf wilt gaan componeren. Ook kun je de bedoelingen van de componist beter volgen en uitvoeren als je ziet hoe een compositie is geconstrueerd. |
Oefenen, studeren | Talent of niet, helemaal zonder het aanleren van de techniek om je instrument te bespelen of zonder enige zangtechniek zal niemand muziek kunnen maken. Met veel aanleg zul je met minder inspanning een eind op weg kunnen komen, maar vroeg of laat komt voor iedereen het moment waarop je alleen nog verder komt door er moeite voor te doen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat virtuozen minstens 10.000 uur (!) op hun instrument hebben gestudeerd om zo ver te komen. |
Repeteren | met een duo, trio, band, orkest, een muziekstuk of nummer vele malen doorspelen om samenspel te oefenen, het stuk te leren kennen en het gemeenschappelijke resultaat steeds beter te krijgen. |
Improviseren | direct spelen van wat in je opkomt. Aanleg, muzikale fantasie en een goed gehoor zijn noodzakelijk, maar natuurlijk ook de techniek om wat je verzint ook uit te kunnen voeren! |
Uit het hoofd spelen | muziek kunnen spelen zonder noten, tabulatuur, akkoordenschema's of wat voor notatie dan ook nodig te hebben. |
Muzikaal gehoor | het goed kunnen onderscheiden van toonhoogtes, akkoorden, ritmes, tempi, kortom alle samenstellende delen en details van muziek goed kunnen onderscheiden. |
Absoluut gehoor | aangeboren eigenschap om van een losse toon direct de precieze toonhoogte te kunnen benoemen. Heeft op zichzelf niet direct met muzikaliteit te maken, maar kan je uiteraard wél van pas komen als musicus! Door veel gerichte training kan iemand zonder de aangeboren aanleg ervoor tóch een absoluut gehoor ontwikkelen. |
Relatief gehoor | relaties, afstanden tussen tonen onderling kunnen horen en benoemen. Is aan te leren door training, maar aanleg is zeker belangrijk. Een goed relatief gehoor is onmisbaar, vooral voor improviserende muzikanten. |
Hier volgen wat discussie-onderwerpen waar graag over gepraat, geleuterd, gefilosofeerd, geouwehoerd, enz. wordt. Ik poog hier enige helderheid te scheppen, je misschien wat argumenten en munitie aan te reiken voor als je "aan de verkeerde kant" van de discussie zit of dreigt terecht te komen!
Techniek <-> gevoel?
Je hoort nogal eens popmuzikanten of popliefhebbers praten in termen van "Alleen maar techniek, geen gevoel". Alsof die twee elkaar zouden uitsluiten. Nu is het natuurlijk mogelijk om muziek te maken, geluid te maken is misschien beter in dit verband, zonder gevoel, alleen door met je techniek bijvoorbeeld toonladders af te raffelen. Omgekeerd is het niet mogelijk om zonder techniek gevoel via muziek over te brengen. Een zekere techniek is altijd noodzakelijk. Techniek is dus niet meer dan een middel om via een instrument of je stem gevoel over te kunnen brengen. Je moet alleen niet techniek oefenen als doel op zich. Als je muziek maakt moet je je altijd blijven afvragen "wat wil ik overbrengen, wat wil ik uitdrukken". Voor bepaalde stijlen is meer techniek nodig. In jazz of fusion kun je met je 10 akkoorden en een bluesladder niet veel betekenen voor een band. In blues vaak wél. In blues zit het technische aspect dan weer in wat je met die weinige akkoorden en tonen weet uit te drukken.
Theorie / analyse <-> gevoel
Theorie en analyse zijn altijd ná de muziek gekomen. Altijd is er eerst een componist of songwriter geweest die muziek schreef. Daarna is men gaan analyseren waarom het zo goed klinkt en hoe bepaalde effecten bereikt zijn. Als je naar muziek luistert kun je dat doen door het gewoon over je heen te laten komen en er vervolgens wel of niet iets bij te voelen. Je kunt ook al luisterend analyseren wat je hoort. Op beide manieren kun je van muziek genieten. Vergelijk het met een schilderij: je kunt gewoon kijken naar het geheel en het op je in laten werken. Je kunt ook kijken naar de compositie, de lichtval, de schildertechniek. Een écht goed kunstwerk of muziekstuk blijft even goed emoties opwekken en mooi en knap zijn als je het analyseert. Vaak zie je/hoor je al analyserend nog dingen die je aanvankelijk niet opvielen. Het hoeft helemaal niet zo te zijn dat als je iets kunt analyseren, je er niet meer van kunt genieten via je gevoel. Het is gewoon een andere, aanvullende, benadering.
Van noten <-> uit het hoofd/op gehoor
Als je geen noten kunt lezen, zul je uit het hoofd en op je gehoor moeten leren spelen. Daarmee ontwikkel je al doende tevens ook dat gehoor en je muzikale geheugen. Maar dat wil niet zeggen dat iemand die wél noten kan lezen die vermogens niet zou hebben of zou kunnen ontwikkelen. Het is wél zo dat je als je niet zo'n goed gehoor en muzikaal geheugen hebt je met behulp van het notenschrift tóch muziek kunt leren spelen. Zónder notenschrift en zónder goed gehoor en geheugen wordt dat natuurlijk lastig!
Improviseren <-> van noten
Improviseren is direct spelen wat er in je opkomt. Als je van noten speelt, speel je muziek die iemand anders al bedacht heeft. Het zijn dus twee totaal verschillende manieren van muziek maken. Als je altijd van noten hebt gespeeld en daar misschien zelfs al ver mee bent, is het soms frustrerend om te proberen te improviseren als je het nooit gedaan hebt. Dat wil niet zeggen dat je het niet kunt leren. Als je muzikale fantasie hebt, bijvoorbeeld een melodietje kunt fluiten of zingen dat je ter plekke bedenkt, kun je ook op je instrument leren improviseren. Omgekeerd kan iemand die altijd improviserend heeft gespeeld ook noten leren lezen! Beide zaken kosten inspanning en oefenen. Muziek kunnen verzinnen, creatief zijn, is niet persé noodzakelijk voor een muzikale carrrière: er zijn héél goede uitvoerende musici die niet kunnen improviseren!
Componist <-> uitvoerder (of: eigen werk - covers)
In de klassieke muziek is er al heel lang een splitsing tussen componisten en uitvoerders. Een componist is gespecialiseerd in het bedenken en opschrijven van nieuwe muziek. Een uitvoerder is een specialist in het uitvoeren ervan. Meestal nog beter dan de componist het zelf zou kunnen. In jazz en pop muziek komt het vaak voor dat de componist tevens uitvoerder is, maar ook daar kan het zo zijn dat iemand anders het nummer nog beter speelt of een originelere interpretatie ervan maakt dan de componist zelf. Veelgespeelde "standards" in jazz zijn in feite covers, maar de jazzmuzikant maakt er een heel eigen versie van door er over te improviseren. Soms is het origineel nauwelijks meer herkenbaar. In popmuziek zijn ook veel voorbeelden van origineel uitgevoerde covers, denk aan Tina Turner, Joe Cocker, maar ook de veel bejubelde Beatles en Rolling Stones hebben covers gespeeld, evenals Guns 'n Roses, enz. Covers spelen is ook een goede manier om te leren van anderen en om stijlen te bestuderen.
Muzikaal <-> amuzikaal
"Ik ben niet muzikaal, want ik kan geen noot lezen". Vaak gehoord deze zin, of "Ik ben niet muzikaal, want ik kan geen instrument bespelen", nog zo een. Geen noten kunnen lezen of een instrument niet kunnen bespelen heeft op zich niets met muzikaliteit te maken. Noten lezen kan eigenlijk iedereen leren die niet zwaar dyslectisch is. Een instrument leren bespelen is een kwestie van er aan beginnen en oefenen. Mits er geen lichamelijke belemmeringen zijn lukt ook dat iedereen in meerdere of mindere mate. Aanleg helpt uiteraard, muzikaliteit kan ook ontwikkeld worden door gerichte oefening en door met muziek bezig te zijn. Ook iemand met aanleg of zelfs veel aanleg zal veel moeten oefenen om een instrument perfect te leren beheersen.
Vals zingen hoeft ook niet persé te betekenen dat je niet muzikaal bent. Met goede zangles kan er veel aan verbeterd worden. Tenzij je een, zeldzame, aandoening hebt waardoor je de spieren van je stembanden niet goed kunt beheersen of amusie hebt, waardoor je niet kunt horen of je de juiste toon zingt.
Er bestaan mensen met amusie, toondoofheid, die het verschil tussen muzikaal geluid en random geluid niet horen, ze hebben het niet door als er twee totaal verschillende stukken muziek door elkaar heen worden gespeeld, enzovoorts. Dit is een zeldzaam fenomeen, naar schatting 1,5% van de mensen heeft het. Je kunt er mee geboren zijn of het op latere leeftijd oplopen. Het kan tijdelijk optreden tijdens een migraine aanval, of blijvend zijn na een beroerte of hersenbeschadiging.
Ook maatdoofheid bestaat. In dat geval kan iemand het ritme van muziek niet oppikken. De maat klappen, in de maat bewegen, een mars van een wals onderscheiden lukt allemaal niet. De hersenverbinding die nodig is om de "puls" in muziek te horen werkt dan niet goed.
Absoluut gehoor
Mensen met een absoluut gehoor kunnen exact toonhoogtes herkennen. Met muziektheoretische scholing er bij kunnen ze een willekeurige toon op elk moment bij de naam noemen. Uit onderzoek is gebleken dat baby's met een absoluut gehoor geboren worden. Het is vermoedelijk een hulpmiddel bij het aanleren van taal.
Er wordt vaak veel belang gehecht aan een absoluut gehoor, maar een relatief gehoor is in zekere zin meer bijzonder: mensen kunnen de verhouding tussen tonen aangeven. In welke toonsoort je een bekend liedje ook speelt: mensen herkennen het doordat ze de toonverhoudingen herkennen. Veel dieren hebben ook een absoluut gehoor, het is dus niet uniek voor mensen. Het wel of niet hebben van een absoluut gehoor is geen maat voor de muzikaliteit.
Oefenen / repeteren <-> spontaan
Niemand kan muziek spelen zonder ooit geoefend te hebben. Je kunt wél op allerlei manieren oefenen. Bijvoorbeeld door alleen maar nummers te spelen, of door ook bewust bepaalde technieken te oefenen. Vele wegen leiden naar Rome! Doel is om uiteindelijk met zo'n gemak een nummer te kunnen spelen, dat je je niet meer op de techniek hoeft te concentreren, maar dat je alleen nog maar bezig hoeft te zijn met het overbrengen van je boodschap via muziek. Als je je muziek zó goed beheerst, ziet het er "spontaan" uit als je speelt, alsof het spelen vanzelf gaat. Maar dat wil niet zeggen dat er nooit aan geoefend is, integendeel!
Uit een onderzoek onder zweedse conservatoriumstudenten bleek dat de uitblinkers gemiddeld 10.000 uur hadden gestoken in hun instrumentale training, de goede studenten 5.000 uur en de mindere studenten 3.000 uur. Ook mét aanleg is studeren dus onmisbaar!
Muzikaliteit, gehoor <-> instrument kunnen bespelen
Muzikaliteit is een complex van eigenschappen, die deels erfelijk zijn, maar die je zeker ook kunt ontwikkelen. Een goed gehoor idem. Het is dus niet zo dat je alleen muzikaal bent als je een instrument bespeelt. Noten lezen is een vaardigheid die iedereen met oefening kan leren. Noten kunnen lezen heeft op zichzelf helemaal niets met muzikaliteit te maken. Wat heeft dan wél met muzikaliteit te maken? Eigenlijk is iedereen die van muziek houdt muzikaal. Als je namelijk amuzikaal bent (komt overigens héél weinig voor!), zegt muziek je niets. Iemand die muzikaal is kan:
- Toonhoogtes onderscheiden (horen of een toon hoger of lager is dan een andere)
- Ritmes onderscheiden
- Een tempo vasthouden
- Een melodie onthouden en herkennen
- Een melodie naspelen/zingen/fluiten
- Een ritme onthouden en herkennen
- Een voorgespeeld ritme naspelen/zingen
- Ontroerd raken, vrolijk worden of op een andere manier geëmotioneerd raken door muziek
- Instrumenten herkennen
- Afzonderlijke partijen herkennen in een band of orkestpartij
- De maat meetikken of in de maat dirigeren
- ...
Er zijn nog véél meer kenmerken te bedenken, maar als je één of meerdere van de bovengenoemde dingen kunt, ben je alvast niet amuzikaal! Vroege blootstelling aan muziek is essentieëel voor het ontwikkelen van muzikaliteit. Het erfelijke aandeel van muzikaliteit wordt op ongeveer 75% geschat, de rest is te ontwikkelen.
Hersenen
Tegenwoordig weten we dat oefenen op een muziekinstrument de "bedrading" van de hersenen verandert: neuroplasticiteit. Er worden extra verbindingen gemaakt tussen hersendelen, die overigens ook voor andere taken de werking van de hersenen gunstig beïnvloeden. Getrainde musici hebben aantoonbaar meer actieve verbindingen tussen hersendelen dan niet getrainde personen. De structuur van het brein past zich dus aan de aangeboden taken aan. Met hersenscans is aangetoond dat tijdens het spelen van muziek zo'n beetje álle hersendelen aan het werk zijn: horen, zien, aandacht, concentratie, motoriek, gevoel, geheugen, analyse, enz. Het belang van muziekles en muziek maken is dus groot, voor iedereen!
Taal en muziek
Volgens sommige wetenschappers is muziek een voorloper van taal en communiceerden de oudste mensen via een soort van melodische geluiden met elkaar. In zgn "toontalen", bijvoorbeeld het Chinees, speelt de toonhoogte waarop een klank wordt uitgesproken een essentiële rol in de betekenis ervan. In de meeste talen is die rol kleiner of is er helemaal niet. Het taalcentrum zit in onze linker hersenhelft. Het muzikale centrum zit in het overeenkomstige deel van de rechter hersenhelft, de rechter auditieve cortex. Bij mensen met een sterk ontwikkelde muzikaliteit is in hersenscans dit gebied duidelijk aantoonbaar en zelfs meer uitgesproken dan bijvoorbeeld andere artistieke knobbels, of een wiskundeknobbel.
Kwaliteit, stijlen, goede en slechte muziek
Er zijn eigenlijk maar twee soorten muziek: goede en slechte. Dat wil zeggen: er zijn wel allerlei stijlen, zoals klassiek, rock, punk, ska, grunge, enz. Maar binnen iedere stijl vind je wel nummers die de moeite waard zijn en kwaliteit en originaliteit hebben maar ook nummers die na korte tijd voor altijd vergeten worden. Je kunt geen appels met peren vergelijken door te zeggen dat blues betere muziek is dan punk. Discussies daarover zijn verspilde tijd. Het gaat in blues om andere dingen dan in punk. In een goed bluesnummer hoor je bijvoorbeeld bij een zanger emoties als treuren om een verlies en wordt de inventiviteit en kunde om gevoel in enkele noten te leggen van een solist op de proef gesteld. In een punknummer is iemand bijvoorbeeld boos omdat de maatschappij hem heeft laten vallen en klinkt er ongepolijste agressie uit de muziek.
Of je meer van het een houdt of meer van het ander is een kwestie van smaak ook van je stemming op dat moment. Je kunt dus niet objectief zijn en een stijl boven de andere stellen, dat is je eigen smaak. Binnen blues heb je wél beter en slechter, maar binnen punk ook!
De beste muziek
Associaties spelen ook een heel sterke rol bij muziek. Men zegt wel dat de muziek uit je eigen puberteit de beste muziek is die er is gemaakt. En dat geldt dan voor elke generatie... De oorzaak is vooral dat er in de tijd dat je naar die muziek luisterde veel gebeurde in je leven: je werd volwassen, ontmoette je eerste vriend of vriendin, ging voor het eerst uit, had voor het eerst sex, experimenteerde met drugs, drank, pillen, enz. De muziek van die tijd wekt als je hem hoort bewust of onbewust associaties op met die gebeurtenissen. Het gevoel van die tijd komt terug, de beelden, misschien zelfs de geuren.
Alleen: dat zit niet allemaal in die muziek! Het zijn de associaties die je ermee hebt, de zaken die je er aan gekoppeld hebt. Evengoed is het fijn om naar die muziek te luisteren en het gevoel dat je erbij krijgt te koesteren, ga alleen niet discussiëren met je (groot-)ouders of je kinderen of kleinkinderen over welke muziek nu objectief bezien beter is, DJ Tiësto, UB40, Typhoon of the Rolling Stones...
Zie ook:
- Test je muzikaliteit
- Workshop studeren
- "Iedereen is muzikaal" van Henkjan Honing
- Musicofilia van Oliver Sacks, verhalen over muziek en het brein van de wereldberoemde neuroloog
Donatie
Dit is een gratis site, die al sinds 2003 voortdurend wordt uitgebreid en geactualiseerd. Als jij ook wilt dat dat zo blijft, doe dan een donatie aan Popschool Maastricht >>
Bijgewerkt op: 14 November, 2024