De stem
Als zanger of zangeres werk je met een instrument dat je altijd bij je hebt: je zangstem, maar dat je niet kunt zien. Hoe werkt dat instrument?
Het strottenhoofd
Het strottenhoofd (de larynx) ligt onder de keelholte en vormt de ingang van de luchtpijp. Het is opgebouwd uit kraakbeen, spierweefsel en slijmvlies. In het strottenhoofd bevinden zich ook de stembanden. Aan het strottenhoofd worden drie delen onderscheiden:
- De glottis of stemspleet (II): dit gebied bevindt zich centraal in het strottenhoofd en bevat twee banden van elastisch weefsel, de zogeheten ware stembanden.
- De supraglottis (letterlijk: boven de stemspleet) (I): dit gebied bevat verschillende weefsels waaronder de valse stembanden. Deze stembanden bestaan uit spierweefsel. Het strottenklepje of de epiglottis sluit dit gebied af.
- De subglottis (letterlijk: onder de stemspleet) (III): dit is het gedeelte van het strottenhoofd dat tussen de stembanden en de luchtpijp ligt.
Op onderstaande tekening zijn de verschillende delen van het strottenhoofd aangegeven.
I
Gebied boven de stembanden (supraglottis)
II Stemspleet (glottis)
III Gebied onder de stembanden (subglottis)
a Strottenklepje (epiglottis)
b Valse stembanden
c Ware stembanden
d Keelholte
e Luchtpijp
f Slokdarm
Het strottenhoofd heeft twee belangrijke functies. Het voorkomt dat er voedsel in de luchtpijp komt en het speelt een essentiële rol bij het produceren van geluid.
Het strottenklepje
De lucht die wij inademen via de neus of via de mond, komt in de keelholte. Vandaar gaat het langs het strottenklepje de luchtpijp in en vervolgens naar de longen. Voedsel dat wij doorslikken komt ook in de keelholte. Om te voorkomen dat het voedsel in de luchtpijp komt, sluit het strottenklepje de luchtpijp af tijdens het slikken. Het voedsel glijdt dan door de slokdarm verder naar de maag.
Stembanden
Lucht
die door het strottenhoofd gaat, veroorzaakt een trilling van de stembanden.
Deze trilling brengt een geluid voort. Hoe groter de druk waarmee de
lucht tussen de stembanden wordt geperst, des te sterker het geluid.
De toonhoogte van het geluid wordt bepaald door de snelheid waarmee de
stembanden trillen. De mate van de snelheid (de trillingsfrequentie)
is afhankelijk van de spanning en de vorm van de ware stembanden. De
stembanden van mannen zijn meestal dikker en langer dan die van vrouwen.
Dit heeft tot gevolg dat de stembanden bij mannen zich langzamer bewegen:
de trillingsfrequentie is lager. Zij hebben dan ook in het algemeen een
lagere stem dan vrouwen. De spanning van de stembanden wordt geregeld
door het kantelen van het strottenhoofd, die verder verbonden zijn twee
bewegende kraakbeentjes die de vorm van de stembanden kunnen veranderen.
Daardoor kunnen we hoesten, fluisteren, zuchten, spreken, zingen. Tenslotte
zijn ook de stembanden zelf spieren, met een lengte van 1,5 tot 2 cm.,
die we kunnen gebruiken om klanken te maken.
Spraak, zang
Het geluid dat in het strottenhoofd wordt gemaakt, moet nog worden omgevormd tot verstaanbare spraak. Dit gebeurt in de mond-, neus- en keelholte waarbij ook het gebit, de lippen, de wangen, het gehemelte, en de tong een belangrijke rol spelen. Elk van deze organen moet goed functioneren om duidelijk verstaanbaar te kunnen spreken.
Pas in 1854 is Manuel Garcia op het idee gekomen om de stem te bestuderen door middel van een spiegel. Garcia gebruikte een onbruikbaar geworden tandspiegel, plaatste die in zijn keel en bestudeerde de werking van zijn eigen stembanden. Wat hij zag was dat zijn stembanden (twee stuks) bij gewoon in- en uitademen open waren. Bij een poging tot spreken (je begrijpt dat dit met een spiegel in je keel erg moeilijk kan zijn) sloten zijn stembanden zich. De lucht moest daardoor via een kleinere opening tussen de stembanden passeren, werd door de stembanden aan het trillen gebracht waardoor klank ontstond.
De resonantieruimten
Wie iets van muziek kent, weet dat bijvoorbeeld aan een viool of een gitaar een klankkastje vastzit, dat het geluid van de trillende snaren versterkt. Ook de mens heeft in zijn lijf een aantal klankkastjes zitten, die de trillingen van de stembanden versterken en mede de specifieke klank van iedere stem bepalen. Uiteraard spreken we hier niet van klankkastjes maar van resonantieholten. Er is bijvoorbeeld de neus-keelholte. Als die vol zit met snot, zal je stem heel anders klinken. Steek dezelfde materie in een viool en je hebt een vergelijkbaar resultaat. Naast de neus-keelholte zijn er nog de linker- en rechter voorhoofdsholte, de linker- en rechter kaakholte en de borstholte, die echter voor de resonantie een verwaarloosbare rol spelen.
Klank van de stem
Dat iedereen een andere stem heeft wordt niet alleen door de resonantieruimten bepaald maar ook door de lengte van de stembanden. Hoe korter je stembanden zijn hoe hoger je stem is. Vrouwen hebben bijvoorbeeld kortere stembanden dan mannen, waardoor hun stem hoger is. Wie al eens naar de opera geweest is, weet dat niet elke rol door om het even wie kan gezongen worden. Een oude grijze koning is meestal een bas, de jonge held een tenor, het jonge kamermeisje een sopraan, enz. Afhankelijk van de hoogte en aard van de stem werden daarom indelingen gemaakt in stemtypes, gaande van hoog naar laag (sopraan, alt, tenor, bas), maar ook afhankelijk van het karakter. Zo heb je bijvoorbeeld bij de tenoren een heldenrol (met een grote dramatische stem), een lyrische tenor (met een lichte stem) en een buffo tenor (met zeer beweeglijke heldere stem voor vrolijke rollen).
Een speciaal stemtype is de countertenor, die je vooral kan horen bij het uitvoeren van oude muziek. De reden daarvoor is, dat deze manier van zingen vanaf de 15 de eeuw tot de 17 de eeuw zeer gebruikelijk was. Een countertenor is een man die bij het zingen enkel het middengedeelte van zijn stembanden gebruikt waardoor hij zo hoog zingt als een vrouwelijke alt. De uiteinden van de stemband blijven stevig tegen elkaar geklemd. Ook vrouwen en kinderen kunnen op deze manier hun stem gebruiken. Alleen valt het bij hen minder op.
Hierbij staat een afbeelding van het stembereik van iedere stemsoort. Uit deze gegevens kun je dus opmaken welke stemsoort je hebt. Het blijft echter feit dat je voor een definitief uitsluitsel van jouw stemsoort het beste gebruik kan maken van de expertise van een zangpedagoog.
Moderne zangtechnieken
Jarenlang is door klassiek geschoolde zangpedagogen gezegd dat de zangtechnieken die bijvoorbeeld in pop, rock en jazz worden gebruikt funest zouden zijn voor de stem. De praktijk wees vaak anders uit: er waren zangers en zangeressen die hun hele carrière lang rock zongen zonder noemenswaardige stemproblemen. Vrij recent zijn er stempedagogen geweest die met behulp van wetenschappelijke technieken en geassisteerd door medisch specialisten die moderne technieken hebben geanalyseerd. Aan de hand daarvan zijn methodes ontwikkeld om de stem op allerlei manieren te kunnen laten klinken op een gezonde manier. Baanbrekend zijn hier vooral Jo Estill (Estill Voice Training System, EVTS) en Cathrine Sadolin (Complete Vocal Technique) geweest.
Links:
- Zang, stemgebruik
- Zang, stemproblemen
- Zang, microfoontechniek, presentatie
- EVTS Jo Estill
- Train my voice, EVTS
- CVT Cathrin Sadolin
- Complete Vocal Institute, internationale CVT organisatie
- Stem en techniek, cursussen EVTS in Nederland
Donatie
Dit is een gratis site, die al sinds 2003 voortdurend wordt uitgebreid en geactualiseerd. Als jij ook wilt dat dat zo blijft, doe dan een donatie aan Popschool Maastricht >>
Bijgewerkt op: 14 November, 2024